Aardewerk
Verzamelnaam voor vaatwerk van aarde, uit aarde, leem of klei gevormd en gebakken.

Art Déco
Art Déco is een stijl in de architectuur, de interieurinrichting en de toegepaste kunst die vooral populair was in de jaren '20 en '30 van de 20e eeuw.
De stijl is genoemd naar de tentoonstelling van de toegepaste kunst "Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes" in Parijs in 1925. Het is een verzamelnaam die betrekking heeft op diverse stromingen in verschillende landen, die voornamelijk een reactie waren op Art Nouveau en Jugendstil.
De vormgeving is strak en eenvoudig; lange, dunne vormen, gebogen oppervlakten, geometrische vormen, rood, zwart en zilver, abstractie en heldere kleuren.

Art NouveauPeper- en zoutstel. Merk onbekend
Art Nouveau is een kunststroming die tussen 1880 en 1914 op verschillende plaatsen in Europa opkwam, voornamelijk als reactie op het vormvervagende impressionisme.
Deze stroming heeft verschillende namen in verschillende landen: Jugendstil in Duitsland, Tiffany in de Verenigde Staten, Sezessionstil in Oostenrijk, Nieuwe Kunst in Nederland, Stile Liberty in Italië, Style Sapin in Zwitserland of Modern Style in Groot Britannië.
Een gemeenschappelijk kenmerk van deze Art Nouveau-stromingen is het gebruik van golvende ornamentale lijnen, vaak in de gedaante van gestileerde planten.
In 1896 opende Siegfried Bing zijn Parijse galerij L'Art Nouveau, in de Rue de Provence. Hij werd de grote Franse stimulator van de vernieuwende kunst. De stroming is naar zijn galerie genoemd.

Barbotine
Barbotine is een techniek waarbij men de decoratie aanbrengt in een niet gelijke laag, maar in de vorm van dikke aanzettingen in flarden of strepen.

Biscuit
Biscuit is keramiek (aardewerk, steengoed of porselein) dat slechts eenmaal zonder glazuur is gebakken. Meestal is dit een halfproduct: het biscuit wordt beschilderd met glazuurverf en daarna nogmaals (bij een hogere temperatuur) gebakken.
Aardewerkbiscuit wordt bij ongeveer 900 ºC gebakken. Porseleinbiscuit bij een hogere temperatuur.

Camaïeu
Wijze van schilderen met slechts één kleur in verschillende tinten, bv. in grijs (grissaille) of in geel (cirage).

Craquelé
Samenstel van haarscheurtjes in de glazuurlaag.

Email cloissoné
Email cloisonné is een techniek van emailleren, waarbij gebruik wordt gemaakt van een plaat waarop (edel)metaaldraden zijn gelast die vakjes (in elke gewenste vorm) vormen; deze vakjes zijn met email opgevuld.

Faience
Naar het Franse woord faïence. Afkomstig van de Italiaanse plaatsnaam Faenza. Geglazuurd en beschilderd aardewerk. Synoniem voor faience is majolica.

Faïence fine
Faïence fine is een materiaal dat qua kwaliteit tussen aardewerk en porselein in ligt. Het is gemaakt van een vette, witte, ondoorzichtige klei, van fijne textuur. De voorwerpen worden beschilderd met een loodglazuur.

Feldspath
Oftewel veldspaat.
Rood- of witachtig gesteente, hoofdbestanddeel van graniet en andere samengestelde steensoorten.

Grand feu
Hoge temperatuur die nodig is om aardewerk en porselein te kunnen bakken.

Grès
Dichtgesinterd aardewerk van vette klei. Bij het sinteren wordt het materiaal tot een temperatuur verhit waarbij het nog net niet smelt. Hierdoor groeien er contactpunten tussen de korrels, waardoor een zeer hard materiaal ontstaat. Ook wordt het grès hierdoor waterdicht.

Jeté
Willekeurig neergestrooid.

Kaolien
Porseleinaarde.

Kubisme
Kubisme is een schilderstijl binnen de moderne kunst van het begin van de 20e eeuw.
Kenmerken van het kubisme zijn: afgevlakt volume, verwarrend perspectief, collage, meerdere standpunten, stilleven, analytisch, synthetisch.

Majolica
Zie faience.

Majolique décor
Een decor op de onbewerkte glazuurlaag.

Petit feu
Ook wel laagvuurkleuren genoemd. Dit is een decoratietechniek die eruit bestaat het decor op al gebakken keramiek aan te brengen en het vervolgens voor een tweede maal te bakken op een lage temperatuur.

Plateel
Het woord plateel is afkomstig van het Franse woord platel, wat zoveel betekent als: vlakke schotel of schaal.
Deze naam wordt gegeven aan een bepaald soort aardewerk, met name het oude beschilderde Hollandse majolica en later het zogenaamde Delfts aardewerk, een nabootsing van het Chinese porselein.
Het decor wordt met de hand door een plateelschilder op het plateel geschilderd, voordat het voor de tweede keer gebakken wordt.

Porselein
Porselein is een bijzondere vorm van keramiek (pottenbakkerskunst). Porselein is hard, doorschijnend en klinkt helder.
Om porselein te maken voegt men aan de zo wit mogelijke klei, meestal kaolien genoemd, zilverzand (kwarts) toe om de massa minder vet en bij verhitting glasachtig te laten worden. Veldspaat (graniet) wordt toegevoegd om de baktemperatuur te verlagen.
Europees porselein wordt tweemaal gebakken: de eerste keer bij 900 ºC (waarna het zgn. biscuit ontstaat); na het aanbrengen van een glazuurlaag worden de producten afgebakken bij een temperatuur van ca 1400 ºC.

Potassilicaat
Kaliumgesteente.

Terre de pipe
Ook wel pijpaarde genoemd. Een fijne, taaie klei, vooral gebruikt voor het bakken van pijpen, zonder kalk- of ijzerdelen, die een witte, soms min of meer blauwachtige kleur heeft, doch in het vuur wit uitbakt en niet verglaast.

Toby jug
Keramische kruik in de vorm van een persoon in zithouding. Typisch is de kruik in de vorm van een mollige, joviale man met een een kan bier in de ene hand en een pijp of tabak in de andere, gekleed in 18e eeuws kleding: een lange jas en een driekantige steek.