Koninklijke Sphinx is een aardewerkfabriek die door Petrus Regout in 1834 in Maastricht werd opgericht. De fabriek komt voort uit de in 1827 in Maastricht opgerichte glasslijperij Petrus Regout & Co. Daarnaast had Petrus Regout een groothandel in glas, kristal en aardewerk. In 1834 begon Regout een stoomglasfabriek en in 1836 begon hij ook aardewerk te produceren. Aanvankelijk produceerde hij zogenaamd faïence commune, eenvoudig aardewerk met een zachte, rode scherf bestemd voor de lokale markt. |
|
Om zijn afzetgebied te vergroten moest hij echter concurreren met het toen zeer populaire Engelse creamware. Daarom nam Regout in de jaren 1840 Engelse vakarbeiders in dienst en liet hij zelfs Engelse grondstoffen importeren. Toen in 1870 zijn zoons mede-directeur werden, werd de naam van het bedrijf veranderd in NV Petrus Regout. |
Bord van Sphinx aardewerk |
Vanouds was Sphinx een glas- en aardewerkfabriek, maar de glasfabriek is in 1925 afgesplitst en met Stella gefuseerd tot Kristalunie. Sinds 1879 werd de sfinx als beeldmerk gebruikt en sinds 1899 heet de onderneming De Sphinx (v/h Petrus Regout & Co). Van 1934 tot 1954 was de fabriek in handen van Adolphe Regout. Na de fusie in 1958 met Société Céramique heette het bedrijf N.V. Sphinx-Céramique. In 1959 kreeg het bedrijf het predicaat Koninklijk, waarna het in 1960 zijn naam wijzigde in N.V. Koninklijke Sphinx. Na een herstructurering in 1997 ging de tegeldivisie in datzelfde jaar verzelfstandigd verder onder de naam Sphinx Tegels. Eind 1999 neemt het Finse Sanitec het bedrijf over. In 2001 werd de naam van het bedrijf formeel Koninklijke Sphinx B.V. De verzelfstandigde tegeldivisie Sphinx Tegels ging in 2008 failliet. In juli 2009 werd bekendgemaakt dat de productieactiviteiten van Koninklijke Sphinx B.V. per 2010 volledig uit Maastricht zullen verdwijnen. De productie werd door eigenaar Sanitec verhuisd naar Zweden, omdat de Maastrichtse fabriek te klein is om rendabel te produceren. Ruim honderd werknemers verloren hun baan. Alleen de marketingafdeling en een magazijn bleven in Maastricht.
|